Dag 7 Ubud 30/10

31 oktober 2019 - Ubud, Indonesië

Vandaag viel een beetje tegen, ik heb de dag voornamelijk alleen door gebracht en dat is een beetje saai. In Ubud is veel te doen, het is zo ongeveer het culturele centrum van Bali van waaruit alle excursies plaats vinden. En omdat er zoveel te doen is kan ik niet kiezen wat ik wil doen. En daarbij is het de eerste dag altijd ook weer even je weg vinden. Ik besluit eerst naar het apenbos te gaan, dat ligt tenslotte naast het hotel. Maar dat stelt niet zoveel voor, er zitten inderdaad veel aapjes en er is een hele mooie grote boom in het park met lange wortels die over een stenen boogbruggetje heen groeit, maar het is er niet zo groot.

Wel is het heel erg heet, dus een verfrissend drankje gaat er wel in. Ik heb net een sarong gekocht bij een oud Balinees vrouwtje (handig voor in de tempels) en het jonge vrouwtje ernaast wil mij er ook één verkopen. Ik zeg natuurlijk vriendelijk dat ik er niet nog één wil. Maar ze blijft aandringen en het wordt vervelend. Dus vlucht ik het naastgelegen tentje in waar ik wat te eten en drinken bestel. Ik denk dat ik zo van haar af ben, maar  toch niet. De zijkanten van het restaurant zijn open en aangezien ik met mijn rug tegen de dichte muur zit en naar buiten kijk (lees richting de open zijkant) staat zij daar ineens met een grote saringdoek voor mijn neus in de lucht te zwaaien. Ik schud weer nee, maar ze houd vol. Het wordt eigenlijk wel komisch. Ik besluit de andere kant op te kijken en haar te negeren en dat werkt want ze loopt weg. Toch niet, daarna staat ze aan de andere zijkant haaks erop waar ik nu mijn blik op gericht heb, opnieuw met een doek te zwaaien. Ik schiet ervan in de lach. Een Oostenrijkse vrouw die daar zit merkt het ook al een tijdje op en lacht mee, we raken aan de praat. Het vrouwtje probeert het nogmaals, maar tevergeefs. Dan komt het oude dametje weer terug waar ik net een doek bij gekocht heb en zij prijst ook haar sarongs aan, thirty dollar, 300k, 150k. De prijs wordt steeds lager. Ik heb natuurlijk al een paar keer nee geschud, tot ik zeg, ‘I just bought one’. ‘Oh’, zegt ze uiteindelijk, ‘with who?’ Mijn antwoord is natuurlijk ‘with you!’ ‘With me’,vraagt ze duidelijk verbaasd, en ik zeg nogmaals, ‘Yes, with you. The green one’ Waarop haar antwoord is, ‘Oh, I forgot.’ Het was net een slapstick...

Daarna besluit ik een scooter te regelen om naar de Tegenungan waterval te rijden. Bij het hotel kan ik geen scooter huren, want ze willen een internationaal rijbewijs zien (daar is mij nog nooit om gevraagd) en mijn Europese rijbewijs accepteren ze niet. Dus huur ik er één elders, maar dat kost weer tijd. Dan op naar de waterval, ik heb er zin in. Ik rijd door de verkeersdrukte van Ubud en zie overal kleine Houtwerkbedrijfjes, met prachtige grote houten boomschijven voor tafelbladen of meubels, grote stronken hout met geblazen glazen vazen erop, houtsnijwerk, teakhouten meubels, prachtige beelden gemaakt van allemaal kleine stukjes hout, heel kunstzinnig en artistiek. Bij de waterval aangekomen blijkt dit zo toeristisch dat ik het vreselijk vind. Het is één grote kermisattractie geworden. De waterval zelf is best mooi, maar er zijn zoveel toeristen en eettentjes, souvenirs winkeltjes, barretjes waar je eerst langs loopt. En dan staat boven op de rots waar de waterval vanaf stroomt, ook weer zo’n groot Bali Swing terrein waar ze heel hard muziek draaien dus de bastonen dreunen er over het water heen. Het is dat ik echt even toe ben aan een verfrissende duik, die neem ik ook, maar daarna ben ik heel snel weer weg. Het laatste stuk verdwaal ik in de vele drukke straten van Ubud. Wel kom ik zo in het echte centrum terecht met de tempels en artistieke  winkeltjes en het is er gezellig druk. Gelukkig kent iedereen het monkeyforest en zo vind ik uiteindelijk mijn hotel weer. (er zijn zoveel straatjes dat het zelfs met maps.me ingewikkeld is, vandaar)

Als ik s avonds wat in de stad ga eten kom ik bij een restaurantje waar een leuk salsabandje speelt. Maar het eten valt tegen. Ik bestel Indonesische saté met tonijn en verwacht daar iets van, maar het zijn alleen 5 stokjes tonijnsaté met een bakje koude pindasaus en een paar schijfjes komkommer en tomaat. That’s it. Ik laat de saus nog opwarmen en bestel er rijst bij maar het wordt het niet echt meer. T bandje vertrekt ook. En ik even later dus ook. Ik ga nog ergens anders zitten, maar ondanks dat Ubud echt heel trendy en gezellig is en heel veel leuke eettentjes en barretjes heeft is het in je uppie toch niet zo leuk.

Foto’s